Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [41]Gelijk [in het] water het aangezicht is tegen het aangezicht, alzo is des mensen hart tegen den mens. 41. Dat is, gelijk de gedaante van een mens, die in het water ziet, zich daarin enigszins vertoont, doch niet volkomenlijk; alzo maakt het hart des mensen zich anders wel ten dele kenbaar door zijne woorden, gebaren en werken; doch niet alzo, dat men zekerlijk daarvan kan oordelen; Jer.17:9; 1 Kor.2:11. vs.19 kan ook aldus vertaald worden: De aangezichten zijn tot de aangezichten; dat is, de mensen in hun uiterlijke gestaltenis met andere mensen vergeleken, zijn gelijk wateren; te weten, die elkander zeer gelijk zijn, hoewel zij in kleur, dikte, smaak, enz. verschillen; alzo is het hart des mensen tot de mensen; dat is, alzo is de mens inwendiglijk met zijnen naaste tegelijken, overmits zij allen van verdorven natuur zijn en gelijke zwakheden onderworpen. Sommigen nemen het alzo, dat gelijk het aangezicht des mensen zich vertoont in het water, alzo is de ene vriend tegen den anderen.